Op zoek naar de arbocoördinator 3, Robert Vonkeman, Noord Nederlands Toneel

Artikel: Succesvol Arbobeleid
Artikel: Goed Arbobeleid is geïntegreerd beleid
Artikel: De arbocoördinator: wil, weg en wet
Artikel: De taken van de arbocoördinator
Artikel: Taakverdeling in en om de organisatie
Artikel: Positie en opleidingen van arbocoördinatoren
Artikel: Arbo-opleiding en de praktijk van de podiumtechnicus
Serie: Op zoek naar de arbocoördinator 1, Rob Roos, Theater aan de Schie
Serie: Op zoek naar de arbocoördinator 2, Walter van Elteren, Theatercompagnie
Serie: Op zoek naar de arbocoördinator 3, Robert Vonkeman, Noord Nederlands Toneel
Serie: Op zoek naar de arbocoördinator 4, Ton Driessen, Wetten van Kepler
Serie: Op zoek naar de arbocoördinator 5, Chris Gorissen, Het Vervolg
Serie: Op zoek naar de arbocoördinator 6, Johan van der Kooy, De Paardenkathedraal
AanstellingskeuringArbobeleid in de organisatieArbocoördinator en preventiemedewerkerPlan van AanpakProductie risico inventarisatie & evaluatie (PRI&E)Risico inventarisatie & evaluatie (RI&E)Samenwerkende werkgeversVoorlichting en onderrichtWerkdruk

Uit: Arbo Nieuwsbrief, 14 december 2001

Op zoek naar de arbocoördinator (3)

Robert Vonkeman, Noord Nederlands Toneel:

“Goeie dingen, maar ook een boel onzin”
Robert Vonkeman is Eerste Inspiciënt van het Noord Nederlands Toneel in Groningen, en tevens arbocoördinator. Meestal is hij een dag of drie, vier per week met reizende voorstellingen bezig, daarom deelt hij zijn arbotaken met een collega. “Het grootste probleem met arbo,” zegt Vonkeman, “is om de ruis eruit te halen”.

Het NNT in Groningen is een van de grootste gezelschappen in Nederland met vele reizende voorstellingen en een klein eigen theater. Hoe gaan zij met arbo om? Robert Vonkeman: “Om te beginnen doen we natuurlijk al heel lang heel veel. Dat is belangrijk om vast te stellen. Daarnaast hebben we een aantal dingen in voorbereiding, zoals een vernieuwing van onze risico inventarisatie, en we weten dat er nog heel wat zal moeten gebeuren. Gelukkig zitten er in het hele arboverhaal veel goeie dingen, maar er is helaas ook een boel onzin. Daar proberen we een schifting in te maken. Het grootste probleem voor ons is om de ruis eruit te halen.” Omdat het NNT daar niet alleen in wilde staan is deskundige hulp van buiten ingeroepen.

“Een van de grootste obstakels was dat we bij de ArboUnie geen deskundigheid vonden op theatergebied. Degene die zich bij ArboUnie had ingewerkt is er niet meer in dienst. Daarom hebben we een andere oplossing gezocht. Wij hebben een paar weken terug een extern adviseur hier in huis gehad met wie we het hele bedrijf hebben doorgenomen, zowel ons eigen theater (tribune voor 160 zitplaatsen), alsook het kantoorgedeelte en de reizende producties. Deze adviseur is arbospecialist en gaat algemene normen en richtlijnen in overleg met ons proberen te vertalen naar het theatervak.”

Het NNT, benadrukt hij, besteedt in zijn reizende producties altijd al veel aandacht aan veiligheid, ook al staat dat niet altijd op papier. Schoenen met stalen neuzen worden al heel lang gebruikt, alles staat zoveel mogelijk op wielen, het gewichten van decorstukken wordt beperkt en de gewichten staan vermeld. Sinds jaren wordt al in twee technische ploegen gewerkt en wordt de urenregistratie van de techniek bijgehouden. Hetzelfde gebeurt sinds dit jaar ook voor de rest van het bedrijf, het niet-reizende deel. Ook de bedrijfshulpverlening is geregeld. Het NNT heeft 11 medewerkers tot BHV-er opgeleid waarvan er altijd drie aanwezig zijn bij de voorstellingen in het eigen theater.

Voor de verplichte Productie Risico Inventarisatie & Evaluatie kan hij weinig enthousiasme opbrengen, maar er zal voor de eerstvolgende reisvoorstelling Lenny Bruce wel een PRI&E komen. “We hebben de inventarisatie bekeken die Louis Janssen indertijd gemaakt heeft voor Bernhard, en we zullen voor Lenny Bruce zeker iets op papier zetten. Maar het is een standaard voorstelling met de nadruk op het acteren, op het toneel, zonder grote decors of speciale effecten. Dus het zal niet veel meer worden dan een of twee A4’tjes.”

Intussen is ook een Commissie ingesteld waarin naast de technische specialisten het management vertegenwoordigd is. Over steun van de directie heeft Vonkeman geen klagen. “De directie van het NNT staat absoluut open voor arboproblemen en is ook bereid daar tijd en geld in te steken.” En tijd en geld zijn belangrijke criteria bij het uitfilteren van onzin uit de arboverplichtingen. Zo zou het NNT volgens de officiële norm een apparaat van vierduizend gulden moeten aanschaffen om “alles te testen waar een stekker aan zit, elke lamp, elke verloopkabel, elk apparaat.” Gezien het bestaande periodiek technisch onderhoud, de aandacht die aan de materialen wordt gegeven, bestempelt hij dat als een voorbeeld van ‘ruis’. “Want of je dat apparaat nu aanschaft of niet, in de praktijk zal er toch geen gebruik van gemaakt worden”.

Jos van de Haterd