Ontruimingsplan

Artikel: Voice-alarm systeem
Ontruimingsplan

 

Waarom een (bedrijfs-)noodplan?

In elk bedrijf kan wat gebeuren. Brand, een ongeval, een bezoeker die onwel wordt, etc. Hoe handel je dan? Wie moeten er worden gewaarschuwd? Wie onderneemt welke acties? Om de negatieve gevolgen van een noodsituatie zoveel mogelijk te beperken, voor de eigen bedrijfsvoering, werknemers, bezoekers en/of omwonenden is een bedrijfsnoodplan onontbeerlijk. Soms wordt een bedrijfsnoodplan verplicht gesteld door de overheid of andere instanties, bijvoorbeeld voor het verkrijgen van een gebruik(er)svergunning. Naast de veiligheid van mensen is ook de continuïteit van de bedrijfsvoering van belang. In eerste instantie zal er bij het opstellen van een plan gericht gekeken moeten worden naar de veiligheidseisen die aan het gebouw en gebruik hiervan gesteld kunnen worden en ook hoe de brandbestrijding geregeld is. Tevens is het van groot belang dat de verantwoordelijkheden, taken en procedures worden vastgelegd in een plan. Planvorming is dus essentieel en dient er o.a. voor om taken en bevoegdheden van alle betrokkenen in beeld te brengen. Het plan zal ter goedkeuring en in overleg worden voorgelegd aan de keurende instantie (vaak de brandweer). Eventuele opmerkingen zullen worden verwerkt waarna het plan definitief kan worden gemaakt.

Doel van een bedrijfsnoodplan?

Het doel is maatregelen te treffen en voorzieningen te creëren om adequaat te kunnen optreden bij calamiteiten. De maatregelen en voorzieningen zijn erop gericht om:
– de omvang van de gebeurtenis zo beperkt mogelijk te houden;
– hulpverlening zo adequaat mogelijk te organiseren;
– schade te beperken;
– de normale situatie zo snel mogelijk te herstellen.

Wat is een bedrijfsnoodplan?

De termen calamiteitenplan, noodplan en het ontruimingsplan worden veelvuldig door elkaar gebruikt. Een noodplan of calamiteitenplan is feitelijk een verzameling van alle procedures die gevolgd dienen te worden bij een calamiteit. Onderdeel van dit noodplan is het ontruimingsplan. Voor publieksgebouwen is een richtlijn opgesteld, NTA-8112, waarin beschreven staat hoe men op een snelle doch veilige manier bij een calamiteit weg kan komen, maar ook hoe door eigen werknemers de ontruiming in gang kan worden gezet voordat er professionele hulp ter plaatse is.

Het opstellen van een bedrijfsnoodplan:

Een noodplan is geen doel op zich maar een middel om noodsituaties in een bedrijf te bestrijden en beheersen.

Stap 1: Inventarisatie noodsituaties:
Door middel van een risico-inventarisatie en -evaluatie, brandveiligheidsaudit, eventueel overleg met de
brandweer wordt in kaart gebracht welke risico’s aanwezig zijn, en welke mogelijke noodsituaties op kunnen treden. 

Stap 2: BHV-Organisatie:
Welke taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden zijn nodig om de noodsituaties te kunnen bestrijden en beheersen? Er zullen bedrijfshulpverleners moeten worden aangewezen (zie: Bedrijfshulpverlening ).

Stap 3: Opstellen noodplan:
In het noodplan kunnen worden opgenomen:
– Overzicht veiligheidsvoorzieningen
– Vastlegging BHV-organisatie
– Calamiteitenplan (noodprocedures)
– Ontruimingsplan
– Aanvalsplan
– Oefenplan

Stap 4: Oefening en evaluatie:
Het is noodzakelijk om periodiek te oefenen, en de bevindingen te evalueren, zodat eventueel procedures kunnen worden bijgesteld. Hoewel veel schouwburgen er voor terugdeinzen om tijdens een voorstelling de zaal te ontruimen wordt het toch gedaan, en met succes. Schouwburg De Meerse in Hoofddorp heeft in het seizoen 2005-2006 aan het begin van het seizoen tijdens een voorstelling van De Vliegende Panters een ontruimingsoefening gehouden. Dit was in de seizoensgids aangekondigd: “Tijdens deze voorstelling zal een ontruimingsoefening worden gehouden”.

Stap 5: Nazorg:
Nazorg voor eventuele slachtoffers mag niet worden vergeten. Hiervoor kan men terecht bij diverse instanties.

Ontruimingsplan:

Een onderdeel van het noodplan is het ontruimingsplan. Een ontruimingsplan bevat gegevens als:
– gegevens van het object en de organisatie;
– hoe een melding wordt doorgegeven;
– hoe de aanwezige personen worden gealarmeerd;
– hoe een gebouw gecoördineerd ontruimd moet worden;
– instructies van de taken voor verschillende personen (incl. EHBO-ers / BHV-ers) die de ontruiming moeten begeleiden;
– plaats(en) waar men zich na ontruiming dient te verzamelen;
– plattegronden met vluchtroutes: onderdeel van het noodplan zijn de vluchtwegplattegronden waarop aangegeven de vluchtroutes en de brandbestrijdingsmaatregelen.

‘Besluit brandveilig gebruik bouwwerken'(Gebruiksbesluit)

Op 1 november 2008 is fase 1 van het Gebruiksbesluit in werking getreden. De voorschriften voor brandveilig gebruik uit de model-bouwverordening van de VNG zijn per die datum overgeheveld naar landelijke regelgeving. Fase 2 van het Gebruiksbesluit betreft de afstemming van de bouwtechnische, installatietechnische en gebruikstechnische eisen. Deze afstemming wordt gerealiseerd in 2009. Ondernemers moeten na invoering van het Gebruiksbesluit zelf aan de hand van algemene regels beoordelen of de brandveiligheid is gewaarborgd. De gemeente mag dat alleen achteraf controleren. Maar voor schouwburgen, poppodia, cafés, discotheken, feestzalen, en andere uitgaansgelegenheden bestaan er dusdanige risico’s dat toetsing vooraf door experts noodzakelijk blijft. De uitgaansgelegenheden zijn vaak schaars verlicht, onoverzichtelijk en de bezoekers – al dan niet onder invloed van alcohol en drugs – kunnen bij een calamiteit niet snel en alert handelen.

Nadere informatie:

Voor het ontruimen van gebouwen met een publieksfunctie (en dat geldt voor alle gebouwen waar bezoekers komen: podia, zalen, etc.) is een leidraad opgesteld voor het ontruimen in geval van een calamiteit, NTA 8112-4. De aanbevelingen die in deze norm worden genoemd zijn van belang voor het verkrijgen van een gebruiksvergunning van de lokale overheid (brandweer). Tevens is het van belang voor de veiligheid op de werkplek (Arbowet). Bij het maken van een ontruimingsplan voor gebouwen met een publieksfunctie vormen de in de leidraad gestelde voorwaarden de basis. Deze leidraad is verkrijgbaar via www.nen.nl.

 Vrouwenstem: ‘Brand!’ Mannenstem: ‘Wegwezen!’

Effectiever optreden bij calamiteiten door Voice Alarm-systemen

Uit: Zichtlijnen 77, 2001

Jos van de Haterd  

Een Voice Alarm-systeem is een bijzonder type ontruimingssysteem dat mensen in geval van calamiteit waarschuwt met doelgerichte, gesproken boodschappen over een goed beveiligde geluidsinstallatie. In Engeland is Voice Alarm al vele jaren een onderwerp dat aandacht krijgt, meer dan op het Europese vasteland. Namens een van de Engelse fabrikanten van Voice Alarm-systemen was op 28 maart in Utrecht Tony Barham aanwezig, om aan een tiental geïnteresseerden uit de theaterwereld te vertellen wat zo’n systeem precies inhoudt. De bijeenkomst was vooral bedoeld om te benadrukken dat VA-systemen geluidsinstallaties zijn. Behalve het juiste geluidsniveau is daarbij de spraakverstaanbaarheid erg belangrijk.

Dat zich eerst een ramp moet voltrekken voordat we beseffen dat we actiever met veiligheid moeten omgaan, weten we in Nederland uit recente ervaring. De actualiteit van Volendam gaf alle aanleiding voor deze bijeenkomst. Bovendien is in september 2000 de nieuwe norm NEN 2575 gepubliceerd, die vrijwel overeenkomt met de Engelse wetgeving op dit punt. De NEN 2575 is nog niet opgenomen in het Bouwbesluit en heeft dus nog geen kracht van wet, maar vormt al wel (‘eindelijk’, volgens sommige van de in Utrecht aanwezigen) een nieuw uitgangspunt voor het ontwerpen van ontruimingsinstallaties.
In Engeland bestaat die wetgeving al langer. Ze is tot stand gekomen na verschillende calamiteiten in de afgelopen vijftien jaar. Grote branden in de Londense ondergrondse en in overvolle warenhuizen leidden tot het besef dat het alarmeren en evacueren van het publiek beter aangepakt moest worden. Bijna altijd gingen er belangrijke dingen mis die niet mis hadden mogen of hoeven gaan: het brandalarm ging niet of veel te laat af, de brandweer werd te laat gewaarschuwd, het brandalarm viel na enkele seconden uit. In veel gevallen ontstond er paniek en verliep de ontruiming chaotisch. Er was geen ontruimingsplan of personeel was er niet van op de hoogte. De communicatie bleek slecht te verlopen. Het omroepsysteem deed het wel, maar de boodschap was in de ontstane paniek niet verstaanbaar. Bedenk dat dit van toepassing is op bijna alle situaties waarin massa’s mensen bij elkaar komen: uitgaanscentra, theaters, winkelcentra, kantoren, scholen, bioscopen, stadions, sportcentra, enzovoort. Tony Barham demonstreerde tijdens de bijeenkomst ons geringe bewustzijn rond dit probleem met de vraag: ‘Wie van jullie weet wat hij moet doen als hier zometeen brand uitbreekt?’

Wat is een Voice Alarm-systeem?

In een Voice Alarm-ontruimingssysteem zijn de gangbare systemen voor branddetectie, brandalarm en noodomroep geïntegreerd. Het VA-systeem is gekoppeld aan dat voor branddetectie en reageert op brand door het weergeven van een gesproken tekst en/of instructie (bijvoorbeeld de oproep om naar de uitgang te gaan). Meestal wordt de boodschap vooraf gegaan door een bepaalde toon. Omdat in verschillende zones verschillende boodschappen gegeven kunnen worden, kan met zo’n systeem een ontruiming gefaseerd verlopen, bijvoorbeeld per verdieping en volgens een vooraf bepaalde volgorde. Verder kan direct en automatisch de brandweer gewaarschuwd worden. Een centrale microfoon bij het bedieningspaneel is te allen tijde beschikbaar voor noodomroep. Essentieel voor een VA-systeem is ook dat het continu zichzelf bewaakt, vanaf de microfoon tot aan het uiteinde van de speakerkabel. Een VA-systeem controleert de componenten automatisch en meldt fouten op het centrale bedieningspaneel. Het geluidsniveau kan mede afhankelijk worden gemaakt van het actuele omgevingsgeluid (omroep voor winkelend publiek op een zaterdagmiddag vereist een ander geluidsniveau dan op een stille dinsdagochtend). Tot slot is het van belang, dat een VA-systeem niet alleen geschikt is als ontruimingsinstallatie bij brand, maar ook in andere noodsituaties (bommelding, gas, chemisch gevaar), of als algemene geluidsinstallatie voor omroep en achtergrondmuziek.

Waaruit bestaat een VA-systeem?

De belangrijkste onderdelen en functies van een VA-systeem zijn:
– noodstroomvoorziening
– centraal bedieningspaneel en commandomicrofoon (3)
– de router-unit (1) die de signalen distribueert naar de verschillende zones
– speciaal voor dit doel ontwikkelde versterkers (2)
– luidsprekers, luidsprekerkabels (brandvertragend) met lijnbewaking (4)
– het concept achter het gefaseerde alarm- en evacuatiesysteem
– de ingesproken boodschappen
– de permanente monitoring van alle onderdelen

Noodstroomvoorziening

De nood-accu’s moeten een minimum capaciteit hebben zodat ze een vastgelegde tijdsperiode (bijvoorbeeld 24 uur) alle versterkers normaal kunnen laten functioneren, en korte tijd (1/2 uur) alle versterkers op vol vermogen kunnen laten werken.

Centraal bedieningspaneel en microfoon

Spreekt min of meer voor zich. Bij de balie, receptieruimte of de bewakingsdienst bevindt zich een paneel met alle bedieningsfuncties. Hier is ook een omroep- of commandomicrofoon aanwezig die het hele systeem kan overrulen. Foutmeldingen van het systeem zijn visueel zichtbaar op het paneel.

Router-unit

Dit is het hart van het hele systeem. Toch valt er niet veel meer over te vertellen dan dat alle signalen hier bij elkaar komen en naar de juiste zones gestuurd worden en dat hier het hele proces bestuurd en bewaakt wordt.

Versterkers, luidsprekers, bekabeling

Uitval van versterkers wordt gedetecteerd. Bij defect kunnen de versterkers overschakelen naar een correct functionerende versterker. In Engeland wordt een norm gehanteerd dat er een ‘auto change over’-versterker is voor elke 8 of 10 versterkers in een systeem.
De luidsprekers zijn zodanig gegroepeerd dat de dekking van het betreffende gebied optimaal is. Ook de manier waarop de luidsprekers zijn aangesloten is belangrijk: door parallelle aansluiting is er de grootste kans dat op zijn minst een gedeelte blijft werken. Plafondluidsprekers moeten in Engeland een metalen ‘dome’ hebben (wat de klank overigens niet ten goede komt). De dome is niet bedoeld om de luidspreker te beschermen tegen brand, maar om ervoor te zorgen dat de brand niet onmiddellijk doorslaat door het plafond naar de bovengelegen verdieping. De metalen domes sluiten dus het plafond af. In Engeland is het gebruik van aluminium hiervoor niet meer toegestaan. Ook beschermt de dome de kabeldoorvoer zodat achterliggende luidsprekers nog een signaal kunnen ontvangen.
Overigens zijn er ook systemen ontwikkeld om plafondluidsprekers visueel te checken: een speciaal circuitje bij elke luidspreker zorgt ervoor dat er een lampje gaat branden, zodat een monteur in een bepaalde zone precies kan zien of een luidspreker defect is.
Alle kabels (zowel signaal als luidspreker) dienen een brandvertragende mantel te hebben, zodat zij functiebehoud vertonen gedurende een bepaalde tijdsperiode (minimaal 30 minuten).

Het concept achter de ontruiming

Het concept achter een ontruiming is uiteraard een zaak van de brandweer. Tony Barham benadrukt dat het brandmeldingssysteem bepaalt of en wanneer het alarm afgaat. De ‘intelligentie’ voor branddetectie en hoe daarop gereageerd moet worden (onder welke voorwaarden krijgt een zone een specifieke boodschap) zit in het ‘Fire Alarm Panel’ en niet in de producten van de leverancier namens wie hij spreekt. Op de vraag van een van de aanwezigen of een vertraging kan worden ingesteld voor een bepaalde zone (bijvoorbeeld rookmelder op het toneel gaat af), verwees hij dan ook naar het brandmeldingssysteem.

Ingesproken boodschappen en spraakverstaanbaarheid

De inhoud, toon en kwaliteit van de ingesproken teksten zijn natuurlijk cruciaal voor het goede verloop van een ontruiming. Tony Barham vertelde dat men in het begin vaak zag dat brandweer, architecten, management en installateurs gingen brainstormen en uitkwamen op tien of twintig verschillende teksten. Maar uiteindelijk werden dat in de praktijk nooit meer dan enkele boodschappen, vanuit het zogenaamde KISS-principe (Keep It Simple, Stupid). Behalve de exacte tekst van de boodschap is ook belangrijk wie de boodschap uitspreekt: een vrouwelijke stem schijnt beter te werken bij een alarm-boodschap omdat er dan minder snel paniek uitbreekt; een mannenstem daarentegen doet het beter wanneer er een ontruiming plaats moet vinden, omdat die dwingender overkomt. Ook moet aandacht besteed worden aan dialecten en meertaligheid.
De teksten worden door professionele sprekers ingesproken en opgenomen in een geluidsstudio. Meerdere boodschappen kunnen tegelijk in verschillende talen worden weergegeven (denk ook aan vliegvelden, hotels, en dergelijke). Elke opname wordt gedigitaliseerd opgeslagen in een opslagmedium zonder bewegende delen (EPROM) en kan met grote snelheid uitgelezen worden. Ook volgens de NEN 2575 is het gebruik van een opslagmedium met bewegende delen (CD, minidisc, tape, harddisk) niet toegestaan.
Wat betreft het geluid wordt gestreefd naar een bepaald geluidsniveau (maximaal meestal 90 tot 95 dB), en moet gelet worden op de spraakverstaanbaarheid. Akoestici hebben daarvoor prima bruikbare normen en meetinstrumenten, maar uniformiteit bestaat er op dit punt niet: eigenlijk zou er een meetbare en hanteerbare norm moeten komen. Ook de NEN 2575 laat hier veel open: er staan geen engineering data in waaraan voldaan moet worden.
Van belang kan ook de techniek Ambient Noise Sensor zijn. Hiermee wordt het omgevingsgeluid permanent gemeten en het geluidsniveau aangepast aan de actuele situatie. Uitgangspunt is dat een versterkte boodschap ongeveer + 10 dB boven het omgevingslawaai moet liggen. Hierop kan het vermogen van het systeem ook gebaseerd worden.

Permanente monitoring

De ervaring bij veel calamiteiten is dat essentiële onderdelen van een alarm- of omroepsysteem niet blijken te werken. Een kabel is jaren geleden doorgeknipt tijdens een verbouwing. Een luidspreker geeft geen geluid, maar niemand constateert het of doet er wat aan. Een versterker, microfoon of schakelaar hapert. Bij een VA-systeem moeten de componenten bewaakt en fouten gemeld worden.

Tot slot

Een Voice Alarm systeem kan ten opzichte van het conventionele brandalarm met noodomroep zorgen voor betere informatie, kortere responstijd en gefaseerde ontruiming. Zo ontstaat minder snel verwarring of paniek. Behalve bij brand kan het VA-systeem ook gebruikt worden bij andere calamiteiten of als normaal omroepsysteem. Een van de punten van aandacht volgens de aanwezige deskundigen is dat de brandweer nauwelijks kennis heeft van het aspect spraakverstaanbaarheid. De brandweer wordt geacht de ontruimingsinstallatie goed te keuren, maar het begrip van audio reikt niet verder dan het geluidsvolume. In sterk galmende ruimtes verbeter je de spraakverstaanbaarheid echter niet door het geluid harder te zetten. Tony Barham merkte in dit verband op dat zijn bedrijf al jarenlang veel aandacht besteedt aan training en educatie van brandweerkorpsen.

Hoewel de meeste VA-systemen de genoemde componenten bevatten, is het bovenstaande gebaseerd op de uiteenzetting van Tony Barham en de producten van Baldwin-Boxall. De producten worden in Nederland geïmporteerd door TAU AVLP in Veenwouden.

De NEN 2575 kan worden aangevraagd bij het Nederlands Normalisatie Instituut, tel. 015-2690390.