Gezelschapsarbo

Download: Productie RI&E in het Engels (pdf)
Download: Toelichting PRI&E in het Engels (pdf)
Download: Manual PRI&E in het Engels (pdf)
Download: Voorbeeld PRI&E, Checklist van het NDT (pdf)
Download: Voorbeeld PRI&E, VGW-plan ‘Bernhard’ Toneelgroep Amsterdam (pdf)
Download: Inspectieronde 2001 (pdf)
Artikel: Arbeidsinspectie schept duidelijkheid over productie RI&E
Artikel: VPT-dag over Productie RI&E
Artikel: RI&E per productie meer dan formulier invullen
Artikel: De RI&E, een inventarisatie
Artikel: Gezelschapsarbo
AanstellingskeuringArbobeleid in de organisatieArbocoördinator en preventiemedewerkerPlan van AanpakProductie risico inventarisatie & evaluatie (PRI&E)Risico inventarisatie & evaluatie (RI&E)Samenwerkende werkgeversVoorlichting en onderrichtWerkdrukGezelschapsarbo

Een productie-RIE in Bellevue

Uit: Zichtlijnen 72, 2000

Coen Jongsma

 
Dankzij de Arbeidsomstandighedenwet zijn in de nabije toekomst alle schouwburgen en theaters door middel van aanpassingen aan de technische voorzieningen en flankerende organisatorische maatregelen omgetoverd tot plaatsen waar het veilig, gezond en plezierig werken is. Een grote bedreiging voor deze ten koste van veel inspanning en geld gecreëerde situatie vormen echter de gezelschappen die de voorstellingen in deze theaters verzorgen, met hun gevaarlijke decors en hulpmaterialen die worden binnengebracht door personeel met zachte neuzen in de schoenen en een gering benul van verantwoordelijke arbeidstijden of werkmethoden. Het spreekt vanzelf dat deze onevenwichtige situatie niet mag blijven voortbestaan. Hoog tijd voor een pilot, dus – maar wat valt er te rapporteren?

Aan de Arbowet kunnen ook de producenten en gezelschappen zich niet langer onttrekken. Deze wet is sinds 1994 van kracht.

Volgens de wet bestaat de verplichting voor producenten en gezelschappen om alle producties te voorzien van een RisicoInventarisatie en -Evaluatie, voor het gemak de Productie-RIE genoemd. Het zal geen verbazing wekken dat deze verplichting tegemoet getreden wordt met de afwachtende en afstel verwachtende houding die zo kenmerkend is geworden voor de verhouding tussen de theaterwereld en de Arbeidsinspectie. We zijn namelijk zes jaar verder zonder dat van een voorstelling de risico’s volgens voorschrift zijn geïnventariseerd, laat staan geëvalueerd.
Meer en meer laat de Arbeidsinspectie echter weten dat het menens wordt. Het strengere handhavingsbeleid dat deze dienst voorstaat, gecombineerd met de druk van verzekeringsmaatschappijen en de op het bereiken van werkbare compromissen gerichte inspanningen van de commissie VGWt, leidt nu tot activiteit aan de kant van de schouwburgen en tot reacties van de bespelers. De schouwburgen willen betere technische brieven en meer garanties voor de arbobestendigheid van producties. De RIE-verplichting staat hen in dat streven ten dienst.
De VSCD en de Vereniging van Nederlandse Theatergezelschappen hebben onlangs afgesproken dat bespelers uiterlijk een week voor de speeldatum een door een arbodienst afgegeven verklaring naar het theater moeten sturen waaruit blijkt dat de productie aan alle wettelijke veiligheidseisen voldoet. Het niet nakomen van deze verplichting leidt tot afgelasting van de voorstelling; de gemaakte kosten en de gederfde inkomsten dienen door het in gebreke blijvende gezelschap te worden betaald. In eerste instantie geldt de verplichting alleen voor de grote reizende gezelschappen. Het ligt in de bedoeling deze verplichting binnen vijf jaar voor alle bespelers te laten gelden.

Preventieve werking

In het Amsterdamse theater Bellevue, dat niet alleen vele producties ontvangt maar ook zelf produceert, wilde men wel eens weten wat dit zou betekenen. Aan een arbodienst werd de opdracht gegeven om bij wijze van proef de risico’s van een van de eigen producties te inventariseren en te evalueren. Het ging er daarbij vooral om ervaring op te doen met de procedure en de samenwerking met de uitvoerende arbodienst, waarvoor het eveneens stappen zijn op een voorheen onbetreden terrein.
De Arbo-Unie, de arbodienst van het Bellevuetheater, had geen pasklare aanpak en wilde eerst breder overleg over procedure en de te hanteren normen. Daarom ging Bellevue met Commit Arbo uit Diemen in zee. De lunchvoorstelling Leven van regisseur Leonoor Pauw werd uitverkoren voor dit pilotproject. Dit was een voorstelling voor twee spelers waarvan het decor bestond uit een grasveldje met een bankje en een stapel oude kranten erop.
Van een RIE gaat uiteraard een preventieve werking uit. ‘Bij de productie Leven is extra aandacht besteed aan een zorgvuldige personeelsplanning,’ vertelt technicus en Bellevues arbocoördinator Jan Sol. ‘Voor het overige is er gewerkt op de manier waarop dat normaal ook gebeurt.’
Een arbeidshygiënist van Commit bracht een bezoek aan het theater voordat de productie in première ging. Aan de hand van de checklisten uit het Arbohandboek voor theater en interviews met de technicus, de acteurs en Jan Sol, ging hij na of er in overeenstemming met de Arbeidsomstandighedenwet werd gewerkt en welke risico’s aan deze productie verbonden zijn. Dit werd verwerkt in een verslag en een Plan van Aanpak om de waargenomen risico’s te bestrijden. Daarna volgde een evaluatie van de manier waarop de aanbevelingen in het plan van aanpak werden uitgevoerd. Hierna kon de slotverklaring opgesteld worden die, indien de voorstelling zou gaan reizen, aan de te bezoeken theaters toegezonden moet worden.

Vederlichte risico’s

Omdat de productie zo eenvoudig van opzet was, werden geen onverwachte risico’s en opzienbare misstanden aangetroffen. In de eindverslag stond bij de aanbevelingen alleen dat men til-instructies periodiek moet herhalen en dat ze ook aan tijdelijke medewerkers gegeven moeten worden.
Bellevue was vooral geïnteresseerd in de vraag of het ook mogelijk zou zijn de toetsing zelf uit te voeren. Op grond van de ervaringen stelt Jan Sol dat het beter is om de controle door een extern bureau uit te laten voeren. ‘Omdat je niet streng genoeg bent voor jezelf en omdat het bepalen van risico’s toch iets is wat je aan specialisten moet overlaten.’
Dit pilotproject wekt de indruk dat een RIE een tamelijk zware procedure is voor soms vederlichte risico’s.
De positieve of negatieve gevolgen van de de verplichte RIE zijn even moeilijk in te schatten als de kans op het struikelen over een op de vloer vastgeplakte stroomkabel. Wel staat vast dat de verklaring een duur formulier is, want de arbeidshygïenist rekent een tarief van ongeveer 200 gulden per uur. Voor de RIE van Leven waren zestien uur begroot. Van deze productie was in een oogopslag te zien dat aan decor en techniek geen bijzondere risico’s verbonden zijn en de resultaten van de evaluatie suggereren dan ook een gering vertrouwen in het gezonde verstand en het vakmanschap van het betrokken personeel. Zo lezen we in de slotverklaring: ‘De acteurs komen op in een relatief donkere zaal, van tevoren is bekeken dat er genoeg licht is voor de acteurs om te kunnen zien waar het opstapje van het grasveld is.’ En, onder de kop ‘speciale effecten’: ‘Tijdens de productie wordt een sigaret gerookt. Hiervoor zijn voldoende maatregelen genomen, er is een brandslang in de buurt en de kranten zijn vochtig doordat ze dagelijks gelijktijdig met het grasveld worden besproeid met water.’

Maar het ging om de procedure. Voorlopig is er bij Bellevue en van de zijde van Commit tevredenheid te bespeuren over het project. Na de zomer zal door Bellevue weer een proef worden genomen, maar dan met de veel omvangrijkere productie Ten Liefde. Deze gaat wel op reis en het decor bevat een aan takels opgehangen plafond van betongaas.