Arbo jij of Arbo ik?

Artikel: Arbo jij of arbo ik?
Artikel: Samenwerkende werkgevers: wie is er verantwoordelijk?
Artikel: Op weg naar goede arbozorg in de theaterwereld
Artikel: Verslag Arboseminar: Samenwerkende Werkgevers
AanstellingskeuringArbobeleid in de organisatieArbocoördinator en preventiemedewerkerPlan van AanpakProductie risico inventarisatie & evaluatie (PRI&E)Risico inventarisatie & evaluatie (RI&E)Samenwerkende werkgeversVoorlichting en onderrichtWerkdrukArbo jij of Arbo ik?

Samenwerking tussen werkgevers betekent gedeelde verantwoordelijkheid

Uit: zichtlijnen 85, november 2002

Pauline Beran

Een hot item, op en achter het podium: de Arbowet verplicht werkgevers tot samenwerking. Die situatie doet zich bijvoorbeeld voor wanneer een gezelschap komt optreden in een schouwburg: twee organisaties zijn dan samen verantwoordelijk voor een goed en veilig verloop van de voorstelling en alles daaromheen.

Dat dit onderwerp de gemoederen bezighoudt hoeft geen verwondering te wekken: samenwerking geeft wrijvingswarmte en die voelt voor sommigen prettig, voor anderen niet.

Er zijn al veel stellingen, antwoorden en klachten in omloop, zoals onder andere te zien is op de website van ArboPodium.

Het lijkt tijd voor een tussenstop. Zeven ‘veelgehoorde stellingen’ en de mogelijke reacties daarop.

Stelling 1: de Arbowet schrijft samenwerking tussen werkgevers voor vanwege de veiligheid van het publiek.

Reactie: nee. Wel zegt de Arbowet dat wanneer er op de werkplek of direct daaromheen gevaar kan ontstaan voor de veiligheid of gezondheid van andere personen dan de werknemers, de werkgever doeltreffende maatregelen dient te nemen ter voorkoming van dat gevaar (artikel 10).

In de Arbowet spelen de eigen, zogenoemde Arbowerknemers, de hoofdrol. Het gaat erom dat zij veilig en gezond kunnen – blijven – werken.

Stelling 2: de Arbowet bepaalt dat zodra een gezelschap binnenkomt met de voorstelling, het theater verantwoordelijk is voor veiligheid en gezondheid.

Reactie: de Arbowet bepaalt in artikel 19 dat wanneer er sprake is van verschillende werkgevers die in een bedrijf of inrichting arbeid doen verrichten, zij onderling op doelmatige wijze dienen samen te werken teneinde de naleving van de Arbowet en het Arbobesluit te verzekeren.

Het theater is dus niet méér verantwoordelijk dan het bezoekende gezelschap, popgroep en dergelijke.

Stelling 3: de samenwerking die de Arbowet vraagt ligt besloten in het contract tussen theater en gezelschap. Met zo’n contract voldoe je dus aan je verplichtingen.

Reactie: een contract kan van alles en nog wat regelen. ‘Het contract’ tussen theater en gezelschap, wat wordt daarmee bedoeld? Als dat een contract is waarin de verkoop van de productie wordt geregeld, is dan de samenwerking geregeld? Kan, hoeft niet. Het kan net zo goed gaan over: wanneer mag het theater annuleren, wanneer heeft wie recht op schadevergoeding? Is dat samenwerking? Het lijkt meer op het verdelen van verantwoordelijkheden en daarbij horende financiële aansprakelijkheid over partijen wanneer dingen niet lopen zoals partijen hebben afgesproken en schade het gevolg is. Dat is geen samenwerken, dat is het regelen van de gevolgen wanneer er wellicht niet samengewerkt is.

Stelling 4: de Arbowet richt zich tot werkgevers en hun werknemers, niet tot freelance decorontwerpers.

De gezelschapsdirectie kan haar werknemers wel laten samenwerken met de schouwburgtechnici doordat zij afspraken maakt met het theater. Maar ze kan haar freelance decorontwerper toch niet ‘meenemen’ in deze afspraak, want die ontwerper is immers freelance. En daar gaat het nu juist zo vaak mis. Conclusie: de Arbowet werkt niet in het theater!

Reactie: het gaat inderdaad om samenwerking tussen werkgevers ten behoeve van het veilig en gezond werken van hun werknemers. Een freelance decorontwerper is in de regel geen werknemer, maar werkt met een opdracht.

Het gezelschap is natuurlijk wel Arbo-aansprakelijk voor alles wat het binnenbrengt. En als dat een ‘Arbogebrekkig’ decor is (hoezeer ook artistiek excellent), dan is dat jammer voor het gezelschap, zo zal de Arbeidsinspectie redeneren. Voor de Arbowet is niet de persoon van de decorontwerper van belang, maar de Arbokwaliteit van het decor – en de verantwoordelijkheid daarvoor rust bij het gezelschap. Een beetje Arbobewuste werkgever stelt dus zijn contracten met ontwerper en uitvoerders van het decor zo op, dat het te zijner tijd voldoet aan de Arbonormen, met wellicht een schadevergoedingsbepaling erbij voor het geval deze bepaling niet is nagekomen. Zo verkleint de werkgever het risico van een reactie (strafrecht, boete) van de zijde van de Arbeidsinspectie: een ontwerper of decoratelier wil een goed decor afleveren, en geen gedoe over schadevergoeding. Dit is de ‘lange termijn-cyclus’ van de Arbowet: het begint bij het ontwerp en eindigt bij de opslag of vernietiging van de in de productie gebruikte zaken. Hoe groter en complexer de organisatie (denk aan musicals of opera), hoe langer deze cyclus is.

Maar de directie kan, ongeacht de overeenkomst die zij heeft met de ontwerper of het decoratelier, de (strafrechtelijke) reactie van de Arbeidsinspectie niet wegcontracteren.

Stelling 5: de concepttekst voor de ‘Mantelovereenkomst samenwerkende werkgevers’ (VSCD) legt de risico’s wel heel eenzijdig bij het gezelschap.

Dat klopt Arbowettelijk niet want samenwerking waar het in de Arbowet om gaat, dat is samen voor beiden en niet samen voor ‘ons eigen’.

Reactie: inderdaad, samenwerking is wat anders dan een contract (zie ook stelling 3).

De concepttekst gaat over de vraag wie er aansprakelijk is voor schade doordat bepalingen over veilig en verantwoord werken niet zijn nagekomen. (Antwoord: dat is het gezelschap.) Ook gaat deze tekst in op de samenwerking tussen partijen volgens Arbowet en Arbeidstijdenwet, over het tijdig opsturen van technische lijsten, over het melden vanbijzondere gevaren en over het tijdig opsturen van de productie-RIE.

Dit concept-contract zegt ten dele: ik, theater, zal mijn schade kunnen verhalen op u, gezelschap, wanneer de voorstelling geannuleerd wordt vanwege het door u niet voldoen aan de Arbonormen. Ik, theater, dek mij in tegen uw eventuele nalatigheid. En natuurlijk vice versa.

Het theater wil, zo lezen we in het concept, graag afspreken dat het gezelschap opdraait voor de schade wanneer het uit Arbo-oogpunt een – excusez le mot – ‘rotte appel’ naar binnen brengt. Logisch, in de horeca wil men ook voorkomen dat de aangeleverde producten bedorven zijn. Zo niet, dan draait de leverancier op voor de schade. Dat kun je eenzijdigheid noemen, en je kunt het verstandig noemen van het theater dat het niet wil opdraaien voor de financiële gevolgen van annulering wanneer de oorzaken daarvan aan de zijde van het gezelschap liggen.

De sanctie in de Arbowet op het niet samenwerken door werkgevers is een bestuurlijke boete, op te leggen door de Arbeidsinspectie en te betalen aan de overheid. Dit noem ik de verticale werking van de Arbowet. Het gaat hier om een strafrechtelijke aansprakelijkheid, niet een ‘horizontale’ aansprakelijkheid in de vorm van schadevergoeding, te betalen door de ene partij aan de andere, op grond van een contract.2)

Stelling 6: mijn theaterdirectie annuleert toch echt niet een productie wanneer die is uitverkocht maar die niet voldoet aan de Arbonormen, enkel doordat er onvoldoende is samengewerkt.

Reactie: daar zit wat in. Dit is het grote gemeenschappelijke belang van alle betrokkenen. Bij het naderen van de première groeit dat belang: de voorstelling gaat door en die begint straks om 8 uur! Ieders inzet is dan: wat niet werkt, dat lossen we op, samen of alleen… Dát is samenwerking. Of moet je het eigenlijk samenspannen tegen de Arbeidsinspectie noemen? Het gaat hier om tegenstrijdige belangen en gevoelens die ieder die op of achter het podium werkt kent: het belang van doorgang van de voorstelling tegenover de verplichting om veilig te werken.

Stelling 7: wij technici werken samen en we letten echt wel op de veiligheid. Daar hebben we al die woorden en protocollen en managers niet voor nodig.

Reactie: er is een volgorde in het ontwikkelen van vaardigheden:

1. onbewust onbekwaam;
2. bewust onbekwaam;
3. bewust bekwaam;
4. onbewust bekwaam.

De mensen met ervaring op de vloer werken op niveau d. Zij zijn als de berggids, die met zijn pickel in de sneeuw prikt en meteen voelt of hoort dat er lawinegevaar is. Hij laat zijn mensen die – met rugzak op – elk 100 kilo of meer wegen, op 30 meter afstand van elkaar lopen, zodat de belasting van het riskante sneeuwveld niet 1000 kilo maar 100 kilo is.

Deze technici hebben ogen in hun achterhoofd. Ze voorzien wat er mis kan gaan en ze lossen het op, of ze voorzien wat er mis kan gaan en laten de nieuwe regisseur, die theatertechnisch op niveau a zit, rustig zijn gang gaan. Zij weten: over een paar maanden mogen en kunnen wij dit wel oplossen.

De opdracht van de Arbowet aan de podiumsector is om het niveau d van de mensen op de vloer te verbinden met de hele cyclus van ontwerp tot en met uitvoering van een productie. Terwijl de mensen van de vloer nog steeds kunnen laten zien dat ze niveau d beheersen.

Werkt de werkgroep?

Op grond van het Arboconvenant Podiumkunsten wordt het Kenniscentrum ondersteund door een drietal werkgroepen, waaronder de ‘werkgroep normering, standaardisering en beleidsregels’.

Deze werkgroep houdt zich, aldus het convenant, bezig met het ontwikkelen van afspraken, normen en regels met betrekking tot – onder meer – samenwerkende werkgevers. Ik ben benieuwd op welke wijze de werkgroep ervoor gaat zorgen dat wat zij op dit terrein bedenkt aan afspraken, normen en regels ook daadwerkelijk een bloeiend bestaan gaat leiden…

Werkgroep, laat van u horen!

1) Arbowerknemer: 1. De werknemer met een arbeidsovereenkomst 2. De niet-werknemer die aanwijzigingen dient op te volgen van de opdrachtgever/Arbowerkgever. Zie www.arbopodium.nl/nieuwsbrief d.d. 17 september 2002: P. Beran: ‘Valt de freelance technicus wel of niet onder Arbo?’

2) Zie Arbonieuwsbrief, 26 april 2002: ‘Samenwerkende werkgevers: wie is er verantwoordelijk?’