De vernieuwing wordt verwelkomd, de traditie blijft

Artikel: Inleiding Vademecum Theaterbouw
Artikel: Voice-alarmsystemen
Artikel: Singer Theater en arbo
Website: Archief Trekkenwanden Zichtlijnen
Website: Archief Theaterbouw Zichtlijnen

Binnenkort wordt hier een actuele tekst over dit onderwerp geplaatst

 

Processen als ver- en nieuwbouw van ‘podiumgebouwen’ zijn zeer geëigend om aandacht te besteden aan zaken als arbo en veiligheid. Enerzijds omdat eventuele bouwkundige aanpassingen dan mooi kunnen worden meegenomen. Anderzijds omdat de overheid eist dat aanpassingen die noodzakelijk zijn bij ver- en nieuwbouwprocessen meegenomen MOETEN worden. Vaak kan uitstel worden verkregen voor bepaalde aanpassingen op basis van het redelijkheidprincipe (te grote impact op de bedrijfsvoering, te grote financiële impact); bij ver- en nieuwbouw gaat dat meestal niet meer op.
Arbo-aspecten die meegenomen kunnen/moeten worden zijn o.a.:
– Laden, lossen
– Vluchtwegen
– Trekkenwand
– Bruggen
– Leuningen
– etc.

De vernieuwing wordt verwelkomd, de traditie blijft

Singer Theater past zich aan bij de eisen van de tijd

 

Uit: Zichtlijnen 79, 2001)

Jos van de Haterd 

Een jaar of drie geleden gingen er in het Singer Theater in Laren de nodige Arbolampjes branden na het bezoeken van een Arbodag. Sindsdien is het theater voortvarend op Arboniveau gebracht. Een verslag van een bezoek aan een bijzonder theater.

Weinig theaters kunnen zo’n mooi verhaal vertellen als het Singer Theater. Het verhaal begint in 1900 met het Amerikaanse echtpaar Anna en William Singer dat na een verblijf in Parijs de landelijke rust ontdekt van de kunstenaarskolonie Laren. William Singer was de zoon van een schatrijke staalmagnaat, en tevens kunstschilder. Hij verwierf in de eerste decennia van de twintigste eeuw bekendheid met zijn impressionistische landschappen en exposeerde in Europa en de Verenigde Staten. Zijn grootste inspiratiebron was het uitgestrekte landschap van Noorwegen, een land dat hij leerde kennen via een van zijn kunstenaarsvrienden en dat het derde vaderland van de Singers werd naast de Verenigde Staten en Nederland. In Laren voelden zij zich zo goed thuis, dat zij in 1909 besloten er een villa te bouwen – ‘De Wilde Zwanen’. Deze villa, voltooid in 1911, vormt samen met de tuin nog steeds het middelpunt van het huidige Singer Theater en Museum.

De Singers ontpopten zich tussen 1900 en 1940 als kunstverzamelaars en weldoeners. Zij kochten werk van bevriende kunstenaars en stichtten het Washington County Museum in Anna’s geboorteplaats in de VS. Zij deden veel voor de Franse slachtoffers van de Eerste Wereldoorlog, en in hun Noorse woonplaats Olden financierden zij de bouw van een modern ziekenhuis en een openbare weg om de regio te ontsluiten. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden de Singers door de Duitse bezetter geïnterneerd in hun huis in Olden. William Singer overleed er in 1943. Na de oorlog vatte Anna Singer het plan op om in Nederland een blijvend museum in te richten ter nagedachtenis aan William. Toen de villa in Laren begin jaren vijftig werd vrijgegeven door de Nederlandse overheid, besloot Anna er een museum en een gehoorzaal aan te laten bouwen. In 1956 werden de Singer Concertzaal en het Singer Museum geopend. Voor het beheer werd de Stichting Singer Memorial Foundation opgericht. De museumcollectie bevat werken van William Singer en zijn tijdgenoten, maar ook een Denker van Rodin uit 1889. De Concertzaal werd begin jaren zestig algemeen bekend als locatie voor de televisieprogramma’s van Willem Duys en Mies Bouwman. Tegenwoordig prijken nog steeds de letters William H. Singer Jr. Concertzaal op de voorgevel, maar de functie is meer en meer veranderd richting theater. Om die functie goed te kunnen vervullen werd in 1989 de toneeltoren verhoogd en een rollenzolder en handtrekkenwand geïnstalleerd. Het theater heeft 404 stoelen.

Particulier initiatief

Cabaret, toneel en muziek vormen de hoofdmoot van de circa 80 voorstellingen per jaar. De bezettingsgraad bij theatervoorstellingen bedraagt 80 procent. Veel beter kan bijna niet. ‘Theater is een heel waardevolle en bestendige factor,’ zegt directeur Reinier Sinaasappel. ‘We kennen de inkomsten en uitgaven, maar dat betekent ook dat we nooit onverwachte meevallers hebben. Met 400 stoelen zijn we net een maatje te klein om meer dan de uitkoopsom te verdienen, en een maatje te groot voor twee voorstellingen. 550 stoelen zou mooier zijn, maar zo’n uitbreiding is financieel niet haalbaar.’
Het Singer legt zich erop toe een goede en moderne accommodatie te bieden, en toch de toegangsprijs acceptabel te houden. Sinaasappel kent zijn sterke punten: ‘Veel bezoekers ervaren de kleinschaligheid als aangenaam, zeker in combinatie met het hoge professionele niveau waar we voor staan. Verder zijn we erg centraal gelegen. Je kunt hier gewoon met de auto komen, gratis parkeren en ’s avonds weer veilig naar huis. Door het museum hebben we dagelijks een horecafaciliteit open.’ Dat laatste speelt ook een rol bij de tachtig andere activiteiten die er op jaarbasis zijn, zoals congressen en zaalverhuur aan plaatselijke verenigingen.
In het Singer is ook altijd veel gebeurd op theatergebied. Frits van den Haspel gaf hier in de begintijd lessen in belichting, de VPT hield hier nog niet zo lange geleden de lichtdag. Een echte Singertraditie is ook dat hier veel theaterproducties worden opgestart. Onlangs nog Jeans 11 en de theatertour van Chris Hinze. Volgens Hoofd Technische Dienst René Räkers komen theatermensen er graag omdat het Singer overzichtelijk is en technisch ‘up to date’, maar vooral vanwege de goede sfeer, een sfeer die hij zelf ook uitstraalt. Räkers begon in 1980 in het Singer als free lancer en is nu elf jaar in vaste dienst. Hij is iemand die in oplossingen denkt, de bredere context ziet. ‘Dit is een geweldige plek om te werken,’ zegt hij. ‘Het is een klein bedrijf, maar een heel leuk bedrijf. Door alles wat er gebeurt is er enorm veel afwisseling. Als technische dienst zijn we bezig met het hele complex. Dat betekent dat we ook tentoonstellingen inrichten en uitlichten, dus op veel verschillende manieren met kunst bezig zijn. Het ene moment heb je een beeld van Rodin in je handen, de dag daarna ben je met een toneelstuk bezig, of een congres. Maar er zijn ook dagen dat we met zijn allen het dak opgaan om de dakramen schoon te spuiten met een hogedrukreiniger. Die afwisseling is heerlijk. Ik moet er niet aan denken iedere dag in dezelfde kolenmijn te werken.’

Arbo

‘Vroeg of laat zul je als theater aan de wettelijke norm moeten voldoen, anders kun je je deuren sluiten,’ zegt René Räkers. ‘We realiseerden ons een jaar of drie geleden dat we snel moesten handelen. Ten eerste om in overleg te treden met de gemeente over het budget. Ten tweede voorzagen we een lange rij wachtenden voor de elektronisch bestuurde trekkenwand. Wij wilden graag vooraan staan.’ Dankzij enkele miljoenen van de gemeente Laren lukte dat. Reinier Sinaasappel: ‘Deze aanpassing hadden we nooit uit eigen middelen kunnen financieren. Singer is puur particulier initiatief. De exploitatiesubsidie van de Gemeente Laren dekt tien procent van onze begroting, de rest moeten we zelf binnenbrengen. Dat heeft te maken met het originele contract tussen Anna Singer en de gemeente: zij stelde de villa, de tuin, het kunstbezit en een geldbedrag ter beschikking, de gemeente verplichtte zich tot het onderhoud van de gebouwen.’ Gelukkig bleek de gemeente Laren bereid het Arbogat te dichten, met als resultaat dat van mei tot september 2000 een grote operatie plaatsvond: het installeren van de Stalogic hijsinstallatie, de nieuwe luchtbehandeling, en de aanbouw voor laden en lossen. ‘Zeg maar dat we een maand of vier, vijf in de chaos hebben gezeten’, zegt René Räkers, die graag bereid is de rondleiding te verzorgen.

Luchtkussens

Achter de toneeltoren is over de volle breedte een nieuw ‘huis’ aangebouwd, waardoor er een hoge smalle ruimte bij is gekomen, afgescheiden van het toneel door wat vroeger de buitenmuur was. Hier is de nieuwe laad- en losplaats met elektrische roldeur en automatische leveler om op de vrachtwagenvloer aan te sluiten. De sluis wordt afgedicht met luchtkussens die zichzelf opblazen en de grote tochtgaten aan de zijkant en bovenkant van de vrachtwagen afsluiten. Alles werkt met een druk op de knop, en overal is aan gedacht: goed werklicht, extra stroompunt bij de roldeur, waterpunt, afvoer voor een wasmachine. Door de aanbouw hoeven we in het Singer nu ook niet meer achter de horizon langs te lopen. Er is opgang aan beide kanten van het toneel, er zijn extra trekken bijgekomen, en het speelvlak is dieper geworden. Alsof de functie van de aanbouw nog niet voldoende bewezen is, vertelt Räkers dat in de nieuwe ruimte ook al een week lang gecatered is voor dertig mensen tijdens de repetities voor Charles Dickens, en dat er een band backstage heeft zitten spelen tijdens de voorstelling Rex. ‘Dat kan hier allemaal.’

Warmte zonder wind

Ook de luchtbehandelingsinstallatie moest gaan voldoen aan nieuwe normen (zoveel kubieke meter luchtverplaatsing per uur per bezoeker), en het bestaande systeem voldeed daar in de verste verte niet aan. Bij het testen van de oude rookkanalen met een rookmachine bleek dat de kruipruimte aardig blauw stond, ‘maar uit de kanalen zelf kwam niets’. De oude verwarmingsinstallatie voerde boven in de zaal warme lucht toe en voerde onder lucht af. Ook dat werkte niet echt goed. Het zoeken was naar een modern systeem dat in het bestaande gebouw toegepast kon worden. De luchtverplaatsing zou nauwelijks hoorbaar en voelbaar mogen zijn. Na in diverse theaters te hebben rondgekeken kwam de tip om in een Amstelveens theater te gaan kijken, en dat bleek de oplossing. De nieuwe installatie (waarvoor wanden en vloer helemaal open zijn geweest) bestaat uit vier grote roosters in de zijwanden van de zaal en zestig kleine roosters in de vloer. De temperatuur en de luchtstroom zijn volledig te regelen, het theater kan binnen anderhalf uur op temperatuur gebracht worden. De luchtstroom bij de grote roosters is al op 30 cm niet meer voelbaar.

Trekkenwand

De handtrekkenwand uit 1989 is vervangen door een elektronisch bestuurde Stalogic installatie met 32 trekken. Singer heeft er een jaar mee gedraaid en René Räkers heeft er maar één woord voor: fantastisch. ‘Wij hebben probleemloos met deze Stalogic gewerkt. Ik heb natuurlijk gehoord van collega’s die problemen hadden met de besturing of met Windows NT. Maar bij ons werkt het stabiel en probleemloos. Het enige is dat hier een staalkabel van een motor afliep tijdens een repetitie. De monteurs moesten langskomen om die er weer op te leggen en dat probleem was binnen twee uur opgelost.’ De medewerkers van het Singer Theater hebben van de leverancier een dag training gehad, en hadden daarna nog enkele weken om met de nieuwe hijsinstallie vertrouwd te raken. Voor de veiligheid vond Räkers die proefperiode ook absoluut nodig. ‘Je bedient toch een soort machinefabriek, het is iets heel anders dan aan een touw trekken.’ Het systeem heeft zijn diensten het afgelopen jaar bewezen tijdens toneelvoorstellingen en door de vaste standen, zoals een ‘congresstand’. Alle treks zijn ook nog gewoon op handbediening te zetten, wat nog regelmatig van pas komt bij amateurtoneel en dergelijke. Het rooster van de oude trekkenwand is gewoon op zijn plek gebleven, deels uit nostalgie, deels uit kostenoverweging. En het komt nog goed van pas ook, want het beschermt de materialen die eronder staan tegen grote decorstukken die ertegenaan gezet worden.

Nieuw geluid

Na het grote bouwen in 2000 bleef er nog één wens: vernieuwing van de geluidsinstallatie. Deze was tien jaar oud en dringend aan vervanging toe. Ongeveer zeventig procent van de voorstellingen maakt gebruik van de huisinstallatie. In juni 2001 koos het Singer als eerste in Nederland voor het net uitgebrachte RX-systeem van Electro-Voice. René Räkers: ‘We horen nogal wat verschillende systemen hier, maar uiteindelijk hebben we deze keuze gemaakt. We hebben het RX-systeem een week op proef gehad in het voorjaar en het paste direct perfect in deze zaal. We hebben er verschillende soorten voorstellingen op gedraaid, een congres, muziek, en iedereen was enthousiast. Wij vinden het waanzinnig mooi en helder klinken.’ Er staat een stereo systeem op links en rechts (met subwoofers), en er hangt een RX luidspreker ter hoogte van het voordoek en een bij de eerste lichtbrug. Leverancier Pieee Apeldoorn heeft het precies zo berekend dat de dekking optimaal is. De onderlinge balans tussen de luidsprekers kan op de zaaltafel worden bijgeregeld. De nieuwe processors en versterkers zijn ingebouwd in een 19-inch rack voorzien van hoofdschakelaar. Voor het podium zijn vier EV 12-inch floormonitors en Klark Teknik equalizers aangeschaft.

Slechthorenden

Een interessante vernieuwing tenslotte is dat de ringleiding is afgeschaft. De keuze was toen: infrarood systeem of iets anders? Het Singer heeft gekozen voor een zender/ontvanger systeem van Lectrosonics omdat dat het beste bereik geeft in de hele theaterzaal. De slechthorende bezoeker krijgt bij de kassa een ontvangertje met een lichtgewicht koptelefoon, of kan kiezen voor een lusje om de nek waarmee het signaal op het individuele gehoorapparaat binnenkomt. Op elke ontvanger zit een uitgang voor de koptelefoon (of de lus) en een volumeknop. ‘Het probleem dat de ringleiding stoort op de voorstelling zijn we kwijt, en we hebben nu ontvangst in het hele gebouw.’ Het systeem kan ook gebruikt worden voor simultaan vertalingen tijdens congressen. Niet onvermeld mag blijven dat de benodigde investering voor het systeem kon worden gedaan dankzij financiële steun van meerdere charitatieve instellingen, waaronder het Nationaal Revalidatiefonds.