Podiumkunsten worden veelal gepresenteerd in gebouwen of op locaties waar de werkzaamheden op verschillende niveaus worden uitgevoerd. Dit heeft tot gevolg dat er op deze plekken op hoogte wordt gewerkt. Op hoogte werken betekent ook dat mensen via verticale transportroutes (in principe langs een vaste trap) deze plaatsen moeten kunnen bereiken. Om er voor te zorgen dat mensen deze handelingen veilig kunnen uitvoeren bestaat er in Nederland (mede door het grote aantal ongevallen gerelateerd aan het werken op hoogte) een complexe regel- en wetgeving met eisen waaraan moet worden voldaan.

Wanneer is er sprake van werken op hoogte?

Van werken op hoogte is sprake als er valgevaar bestaat. Als werkzaamheden op hoogte worden uitgevoerd, dan moeten daarvoor hulpmiddelen gekozen worden die voldoende bescherming bieden tegen risico’s van vallen. Niet alleen de hoogte, maar ook het karakter van de werkzaamheden en de directe omgeving (bijvoorbeeld orkest in de orkestbak) bepalen het aanwezige gevaar.

Het arbeidsomstandighedenbesluit 4.16 “Voorkomen valgevaar” geeft onder andere aan dat er doelmatige voorzieningen moeten worden aangebracht indien het valgevaar 2,5 meter of meer is als de arbeid wordt verricht. Beneden de 2,5 meter hoeft in principe geen voorziening te worden getroffen, tenzij er sprake is van risicoverhogende omstandigheden, zoals het gevaar te vallen langs uitstekende delen, openingen in vloeren (bijvoorbeeld bij stijgladders op bruggen of steigers), de aanwezigheid van verkeer, het vallen in water of het werken op bewegende arbeidsplaatsen.

Bij arbeidsplaatsen die in beweging kunnen komen is het risico van vallen aanmerkelijk groter dan bij vaste constructies. De kans is groter dat iemand zijn evenwicht verliest als gevolg van het onverhoeds in beweging of tot stilstand komen. Bij dergelijke arbeidsplaatsen dient daarom altijd een randbeveiliging te worden aangebracht.

Wanneer is er geen sprake van werken op hoogte?

Bij hoogte verschillen van meer 2,5 meter of omstandigheden zoals hierboven beschreven is er geen sprake van werken op hoogte indien:
– de arbeid op meer dan 4 meter vanaf de rand wordt uitgevoerd en de arbeidszone alsmede de toegangsroute tot deze werkplek duidelijk zijn gemarkeerd;
– de arbeid op meer dan 2 meter vanaf de rand wordt uitgevoerd en de arbeidszone alsmede de toegangsroute zijn afgezet.

Maatregelen ter voorkoming van gevaar

Bij werkzaamheden waarbij valgevaar bestaat moeten maatregelen worden genomen die het valgevaar wegnemen, zoals het plaatsen van een steiger, stelling, bordes, werkvloer of het aanbrengen van doelmatige hekwerken, leuningen of andere dergelijke voorzieningen.
Werkzaamheden op ladders mogen slechts in uitzonderlijke situaties worden uitgevoerd, zie hiervoor “werken op hoogte, keuze arbeidsmiddelen”.
Slechts indien bovenstaande maatregelen niet mogelijk zijn of het risico voor de arbeider vergroten dan kunnen ter voorkoming van valgevaar voldoende sterke en voldoende grote vangnetten op doelmatige wijze worden aangebracht. Indien het plaatsen van vangnetten niet mogelijk is kunnen doelmatige veiligheidsgordels met vanglijnen worden gebruikt (zie “werken op hoogte, persoonlijke beschermingsmiddelen ”).

Gerelateerde  onderwerpen

Rolsteigers
Hoogwerkers
Werken op hoogte, keuze arbeidsmiddelen
Werken op hoogte, persoonlijke beschermingsmiddelen

Disclaimer

Hoewel de informatie op deze website met zorg is samengesteld en de Stichting Arbo en Podiumkunsten de informatie steeds actueel tracht te houden, kunnen aan deze website geen rechten ontleend worden. de Stichting Arbo en Podiumkunsten aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor de gevolgen van onvolledigheid of onjuistheid van het materiaal van deze website. Tevens is de Stichting Arbo en Podiumkunsten niet verantwoordelijk voor de inhoud van websites waarnaar wordt gelinkt.