Inleiding

Om medewerkers te beschermen tegen grote temperatuurverschillen en andere weersinvloeden, dient men de bouw van een sluissysteem in overweging te nemen. Het beste sluissysteem bestaat uit een algehele overkapping die door middel van deuren gesloten kan worden als de vrachtwagen binnen is. Een alternatief kan gezocht worden in een sluissysteem dat vast zit aan het laadbordes en rondom de vrachtwagen aansluit. Dit systeem heeft echter als nadeel dat langs de onderkant van de vrachtwagen nog steeds hinderlijke tocht en koude kan ontstaan.

Om veelvuldige adaptatie van de ogen en struikelen te voorkomen dient de laad- en losplaats voorzien te zijn van werkverlichting (lichtsterkte 300 – 800 lux).

Om onnodige belasting van de medewerkers te voorkomen dienen de laadvloer van de vrachtwagen en de vloer van het laadperron zich op dezelfde hoogte te bevinden. Indien nodig kan het aanbrengen van een in hoogte verstelbare klep (dock leveller) in het laadbordes een oplossing betekenen.

Een tweede hoogteverschil, bijvoorbeeld tussen laadperron en toneelvloer, betekent altijd extra werk en is daarom niet wenselijk.

Laaddeuren

Ondeugdelijke constructie en onvoldoende onderhoud van dit soort deuren kunnen ernstige ongevallen veroorzaken. Deuren met een verticale beweging kunnen neerstorten, horizontaal beweegbare deuren kunnen omvallen en personen kunnen bekneld raken. Een goed periodiek onderhoud is daarom van groot belang.

Vorkheftruck

Voorlichting en instructie

‘Bedieners’/chauffeurs van heftrucks moeten een specifieke deskundigheid bezitten. Een speciale opleiding voor heftruckbestuurder door een door de branche erkend opleidingsinstituut, kan over het algemeen als doeltreffende voorlichting en instructie worden beschouwd. Dergelijke instituten geven doorgaans een bewijs of certificaat af, als een heftruckchauffeur met goed gevolg de opleiding heeft afgerond.

Uitzendkrachten/jeugdigen

Ongevallen met heftrucks door ‘jeugdigen’ (leeftijd 16 en 17 jaar) kunnen ontstaan door gebrek aan werkervaring of door het niet goed kunnen inschatten van gevaren en/of door het (nog) niet geestelijk en/of lichamelijk volgroeid zijn. ‘Jeugdigen’ mogen een heftruck bedienen, mits aan de drie volgende voorwaarden is voldaan:
– zij moeten (de voorgeschreven) specifieke deskundigheid bezitten,
– er wordt adequaat deskundig toezicht gehouden,
– dit toezicht is zodanig g eorganiseerd dat de specifieke gevaren worden voorkomen.
Kinderen (onder de 16 jaar) mogen geen heftruck besturen.

Oneigenlijk gebruik van heftrucks

Heftrucks worden in de praktijk regelmatig gebruikt om iemand op te heffen of om iemand te laten meerijden, waarbij deze persoon dan doorgaans los op de vorken of op een hierop gelegen pallet staat. Een heftruck is daar uitdrukkelijk niet voor bestemd en ingericht. Er is dan sprake van ernstig valgevaar en meestal ook van knelgevaar (door de bewegende delen van de mast). Dit leidt vaak tot ongevallen met ernstig letsel.

Transport- en vluchtroutes en de opslag van goederen

Transportroutes moeten zodanig zijn ingericht dat gevaren zoveel mogelijk worden voorkomen. Daarbij moet in het bijzonder rekening worden gehouden met aanrijding van personen, aanrijding van andere voertuigen, obstakels en constructies, en mogelijk valgevaar bij perrons en hellingbanen.

Vluchtroutes

Doeltreffende maatregelen moeten zijn genomen om het mogelijk te maken dat de werknemer, indien een toestand ontstaat met direct gevaar voor zijn veiligheid of gezondheid, zich snel en veilig via de kortstmogelijke weg in veiligheid kan stellen.

De opslag van goederen

De arbeidsplaats moet zodanig zijn ingericht dat de daar aanwezige stellingen, voorwerpen of stoffen geen gevaar voor de veiligheid of gezondheid opleveren door instorten, verschuiven, omvallen of kantelen. Stapels moeten verticaal (loodrecht) en stabiel staan en de stapelhoogte moet in overeenstemming zijn met de draagkracht van het product. Bij het stapelen moet bekend zijn hoeveel eenheden (goederen) maximaal op elkaar geplaatst mogen worden; de eenheden mogen geen gebreken vertonen (kapotte pallets, zakken enz.). Stellingen mogen niet zwaarder worden belast dan waarvoor ze zijn ontworpen (zie belastbaarheidtabel op de stellingen).

Persoonlijke beschermingsmiddelen

Heftruckchauffeurs en werknemers die op plaatsen komen waar heftrucks rijden, moeten veiligheidsschoenen ter beschikking hebben gekregen. De werkgever moet erop toezien dat ze gedragen worden en de werknemer is verplicht de veiligheidsschoenen te dragen. Bijna de helft van alle ongevallen met heftrucks heeft voetletsel tot gevolg. Het grootste deel daarvan is een gevolg van het overrijden van de voet en tenen. Het komt ook regelmatig voor dat de heftruckbestuurder zelf voetletsel oploopt door de eigen heftruck, bijv. bij het verlaten van de bestuurdersplaats terwijl de heftruck nog niet tot stilstand is gekomen. Het dragen van veiligheidsschoenen is dan ook van groot belang om voetletsel te voorkomen of te beperken.

 

Dockshelters en dockseals

Dockshelters en dockseals zijn voorzieningen die de afdichting verzorgen tussen de geopende achterzijde van de vrachtwagen en de gevel van het gebouw. Deze afdichting kan zowel tegen de achterzijde van de vrachtwagen als de achter/zijkant van de vrachtwagen gepositioneerd worden. Bij het werken met dockseals/dockshelters is de loods uitgerust met een laadperron.

Docksluizen zijn opzichzelfstaande complete laad- en losunits (inclusief onderbouw, dockleveler en dockshelter/dockseal) die tegen de loods geplaatst kunnen worden. Indien de docksluis niet in gebruik is kan deze door middel van een roldeur afgesloten worden van de loods. Bij het werken met het docksluizensysteem is in de loods geen laadperron aanwezig, er is een vlakkevloer niveau. Docksluizen sparen bouwvolume, stookkosten en zijn veiliger dan laadperrons vanwege het ontbrekende niveauverschil.

Het verschil tussen de minimumeisen en een optimale situatie en welk type dockseal/dockshelter/docksluis daarbij past, is sterk gekoppeld aan de eisen die aan de laad- en lossituatie gesteld worden. De volgende criteria worden daarbij onderscheiden:

  • Toepassing bij een gebouw/gevel met een relatief lichte constructie (dat wil zeggen weinig massa, bijvoorbeeld balken constructie met platen). Een lichte constructie is minder geschikt voor toepassing van dockseals/dockshelteres waarbij vrachtwagens via de afdichting druk op de gevel uitoefenen.
  • Toepassing bij een gebouw/gevel met een relatief zware constructie (dat wil zeggen veel massa, bijvoorbeeld stenen gebouw of zware metaalconstructie). Een zware constructie is geschikt voor toepassing van dockseals/dockshelters waarbij vrachtwagens via de afdichting druk op de gevel uitoefenen.
  • Laden en lossen door veel verschillende types vrachtwagens met duidelijk verschillende laadbakafmetingen.
  • De mate waarin een constante binnentemperatuur van belang is (bijvoorbeeld in relatie tot fysieke belasting).

Dockboards, -levelers

Dockboards en –levelers zijn verschillende benamingen voor in de vloer aangebrachte dekplaten met een hydraulische cilinderaandrijving die gebruikt worden om de afstand tussen verhoogde vloeren/laadperrons en de de laadruimte van te laden of lossen voertuigen te overbruggen.

Mechanisch aangedreven dockboards en –levelers dienen sinds 01-01-1995 te voldoen aan het besluit Machines van de Wet op de gevaarlijke werktuigen en de daarmee samenhangende CE-markering. In AI-blad 14 “Bedrijfsruimten – inrichting, transport en opslag” zijn de eisen uit de arboregelgeving uitgewerkt voor dockboards.
Op- en afritten, laadbruggen, rijplaten en dockboards moeten doelmatig zijn en afgestemd op de afmetingen van de te verwachten lasten, voldoende sterk ten aanzien van de te verwachten belasting zijn geconstrueerde en moeten zijn voorzien van een stroef en slijtvast oppervlak. De vloer is bij voorkeur vlak en obstakelvrij. Dockboards moeten onder alle omstandigheden probleemloos het zwaarste met werklast beladen aanwezige transportvoertuig kunne dragen. Dockboards moeten in staat zijn het interne transportmiddel inclusief last op te vangen bij slanbreuk, stroomuitval of als het voertuig voortijdig uitrijdt.
Dockboards met verstelbare helling moeten indien zij deel uitmaken van het vloeroppervlak van een laadperron of verhoogde vloer en niet in gevruik zijn, altijd deugdelijk in een horizontale stand vergrendeld zijn. Onder een deugdelijke stand wordt een positie verstaan waarbij het dockboard op geen enkele wijze een bots-, stoot-, schaaf-, val- of knelrisico vormt. De vergrendeling moet bovendien zodanig zijn, dat deze niet ten gevolge van trillen en stoten van het over het dockboard rijdende verkeer spontaan kan ontgrendelen.

Een dockboardtoepassing kan gecombineerd worden met een docklift. Zo kan het gebruikelijke hoogteverschil van 1,2 m tussen perron- en maaiveldhoogte overbrugd worden. Bij dit systeem wordt meestal gebruikgemaakt van een schaarheftafel met twee hydraulische cilinders.
Het inbouwen van deze combinatie op bijvoorbeeld één laad- en lospositie biedt de volgende voordelen:

  • Het niveau van de vrachtwagenopstelling en het buitenterrein is bereikbaar met diverse hulpmiddelen zoals palletwagens, hondjes en karren;
  • Voertuigen met een laadvloerhoogte ruim boven laadperronhoogte of ruim onder laadperronniveau kunnen bereikt worden zonder dat onder een hellingshoek van meer dan 10% gewerkt wordt;
  • Aanleg van een veel ruimte kostende hellingbaan en alle daaraan verbonden veiligheidsrisico’s kunnen worden voorkomen.
    Dockboards zijn standaard verkrijgbaar in lengtes variërend van 2 tot 3,5 m. Kies een zodanige lengte dat sprake is van een vlakke of vrijwel vlakke rijweg.

Meer informatie

AI-blad 14 “Bedrijfsruimten – inrichting, transport en opslag”

Arbobesluit, Hoofdstuk 3, Inrichting Arbeidsplaatsen
Arbobesluit, hoofdstuk 5, Fysieke belasting
Arbobesluit, Hoofdstuk 6, Fysische factoren
Arbobesluit, Hoofdstuk 7, Arbeidsmiddelen en specifieke werkzaamheden
Arbobesluit, Hoofdstuk 8, Persoonlijke Beschermingsmiddelen
Arbo Beleidsregels Paragraaf 7, Hoofdstuk 7, Arbeidsmiddelen en specifieke werkzaamheden

De checklist ‘Veilig werken met heftrucks’ staat op http://www.arbobondgenoten.nl/arbothem/veilighd/heftrucks.htm

Op deze website Fysieke belasting

Disclaimer

Hoewel de informatie op deze website met zorg is samengesteld en de Stichting Arbo en Podiumkunsten de informatie steeds actueel tracht te houden, kunnen aan deze website geen rechten ontleend worden. de Stichting Arbo en Podiumkunsten aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor de gevolgen van onvolledigheid of onjuistheid van het materiaal van deze website. Tevens is de Stichting Arbo en Podiumkunsten niet verantwoordelijk voor de inhoud van websites waarnaar wordt gelinkt.